Nader Bekeken oktober 2025
Thema: Koning IK
Verzoening kan een lange weg zijn, schrijft Arie Versluis naar aanleiding van het slot van de Jozefgeschiedenis.
In de samenleving, maar ook in de kerk is steeds meer merkbaar dat het ‘Ik’ centraal staat. Jan Wesseling denkt na over wat christenen te doen staat.
Cees Ippel legt uit wat de hemel betekent voor gelovigen: leven met Christus, nu en na de dood. Geen eindstation, maar onderweg naar de vernieuwde schepping: een nieuwe hemel en aarde.
De zorgen van Maarten Kuijt en Ilco van Ommeren over het boek Geestspraak zijn niet weggenomen door de auteur Henk van den Belt.
Rob van Houwelingen betoogt dat Saulus niet van naam veranderde, maar naast Saulus ook Paulus heette; zijn tweede naam kreeg betekenis door de bekering van Sergius Paulus.
Aad Kamsteeg laat zien dat de Bijbel oproept tot gastvrijheid, maar de vluchtelingencrisis vraagt ook om realisme: tussen idealen en harde werkelijkheid zijn solidariteit, gerechtigheid en menselijke waardigheid onmisbaar.
Anne van der Sloot schrijft over Luthers tegenstelling tussen wet en evangelie.
Harry Wendt bekritiseert de smartphone: hij is verslavend, voedt onrealistische ideaalbeelden, vermindert kennis en sociale vaardigheden, en schaadt gezondheid en zelfbeeld. De ‘smart-foon’ brengt vooral smart.
Harm Veldman beschrijft hoe Zwingli’s reformatie werd bedreigd door radicale dopers die een vrije kerk wilden. Hun verzet leidde tot vervolging, maar Zwingli’s gematigde hervorming bleef overeind.
Sipke Alserda signaleert dat er een ‘vechtscheiding’ dreigt nu het CGK-kerkverband feitelijk failliet is.
Gert Kwakkel las In the Beginning van dr. Cornelis Van Dam.
In de nieuwsbrief van Bijbels Beraad Man/Vrouw schrijft dr. B.J. Spruyt naar aanleiding van het verbod op conversietherapie. In de Gereformeerde Kerkbode voor Groningen, Fryslân en Drenthe schrijft ds. Willem de Graaff een recensie van Uit de tijd. Denken over dood en leven van ds. Pieter Both. Kees van Dijk citeert hen.
Bauke Seldenthuis geeft kort commentaar bij het gedicht ‘Ik ben de kleine dochter van Jaïrus ’ van Ed. Hoornik.