Thema: Een vreemde nieuwe wereld
Gert Kwakkel schrijft over het vooruitzicht op een betere toekomst waarmee God Jeremia bemoedigde in een donkere tijd.
De boodschap van de Bijbel is ook in onze tijd relevant, schrijft Pieter Boonstra. Want God is in zijn spreken gericht op mensen in hun concrete werkelijkheid.
Perry Storm laat zien dat de breuk die leidde tot de Vrijmaking onafwendbaar was door twee botsende interpretaties van het kerkrecht.
Met de metafoor van een loveseat en een pijnbank laat Harry Wendt zien dat de oplossing van de CGK-synode om de kerkelijke eenheid te bewaren ongeestelijk is en gedoemd te mislukken.
Rob van Houwelingen legt uit dat het in de gelijkenis van de zaaier gaat om de ‘bodemgesteldheid’ van de luisteraar, over diens luisterhouding, en over de opdracht aan de goede luisteraar ernaar te handelen.
In de westerse democratie is het openbare leven ‘naakt’ geworden door het terugdringen van het christelijk geloof tot de particuliere sfeer. En dat heeft ernstige gevolgen, schrijft Aad Kamsteeg.
Wij leven in een ‘vreemde nieuwe wereld’, schreef prof. Carl Trueman. Bart van Egmond laat ons kennismaken met zijn gedachten daarover.
Sipke Alserda las Christus regeert nu van Piet Houtman.
Perry Storm citeert Erik-Jan Verbruggen (in Terdege) over de impact van gezagsmisbruik, Steef Post (in het Reformatorisch Dagblad) over manieren om de kerkelijke gemeente te slopen en Piet Houtman (in het Gereformeerd Kerkblad) over het wankelen van de traditie van Wetslezing en schuldbelijdenis in de morgendienst.